Richtlijn-Rookkanalen voor Houthaarden
Sinds 2005 moeten alle systemen ook voorzien zijn van een Europees CE keurmerk
Rookkanalen toegepast voor houthaarden zijn onderdruksystemen die de verbrandingsgassen op natuurlijke wijze afvoeren tot buiten de woning.
Afvoersystemen zijn op grond van het toegepaste materiaal in te delen in twee hoofdgroepen: afvoerkanalen (gemaakt van steenachtig materiaal), en afvoerleidingen (metalen systemen). In Nederland wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van afvoerleidingen, omdat dit veelal goedkoper is en bovendien is het risico op onjuist functioneren met metalen systemen wat kleiner.
Het Bouwbesluit 2012 eist geen specifieke materiaalsoort voor afvoersystemen. Het materiaal moet echter wel brandveilig (NEN 6062) en onbrandbaar zijn (NEN6064). De brandveiligheid (en ook andere aspecten zoals lekdichtheid, veegvastheid, etc.) worden getest volgens EU normen EN1443 (Algemene EU norm voor schoorstenen) en EN1856-1 (EU norm voor metalen schoorstenen). Verder kan er op een afvoersysteem een KOMO keurmerk zijn aangebracht. Dit afvoermateriaal voldoet naast de NEN 6062 norm, ook aan alle eisen gesteld in het Bouwbesluit en zijn absoluut veilig te noemen. Sinds 2005 moeten alle systemen ook voorzien zijn van een Europees CE keurmerk.
Er zijn diverse afvoersystemen in de handel verkrijgbaar:
• Enkelwandige roestvrijstalen systemen, geschikt als aansluitleiding van toestel naar afvoersysteem of als kanaalrenovatie van een bestaand kanaal.
• Dubbelwandige geïsoleerde roestvrijstalen systemen, geschikt als individueel, zelfstandig afvoersysteem.
• Dubbelwandige stenen afvoersystemen, geschikt als individueel, zelfstandig afvoersysteem.
• Roestvrijstalen flexibele leidingen (enkel of dubbelwandig) welke geschikt zijn als kanaalrenovatie.
• Enkelwandige stalen kachelpijp, geschikt als aansluitleiding (in het zicht) van een houtkachel naar een afvoersysteem.
Hieronder volgen aan aantal aandachtspunten welke van belang zijn bij de aanschaf en installatie van een afvoersysteem geschikt voor houthaarden:
•
Rookgassen: de maximale rookgastemperaturen zijn 600° Celsius, de gemiddelde temperaturen die optreden bij de verbranding liggen rond de 400° Celsius. Kanalen moeten echter wel schoorsteenbrandbestendig zijn.
• Materiaal: weggewerkte systemen (dus niet meer bereikbaar) zijn vervaardigd van roestvrijstaal kwaliteit 316L.
• Diameter: de aansluitmaat op een houtkachel is ook de kanaaldiameter. Voor inbouwhaarden geldt dat ook, de fabrikant van het toestel heeft de optimale diameter reeds bepaald.
• Isolatie: dubbelwandige systemen zijn voorzien van hoogwaardige isolatie, welke thermische trek optimaliseert, en een veilige installatie mogelijk maakt.
•
Kanaaltraject en uitmonding: om de goede werking van natuurlijke trek te garanderen, dient het juiste kanaaltraject van te voren bepaald te worden. De uitmonding bij puntdaken dient in de nabijheid van de nok te zijn, en ook belendende bebouwing (bijv. een uitbouw) kan nadelig werken op de natuurlijke trek van een afvoersysteem.
Ook dient het kanaaltraject een zo verticaal mogelijk verloop te hebben. Toepassen van maximaal 2 bochten 45 graden is toegestaan.
De installatievoorschriften van de fabrikant geven hierover de noodzakelijke informatie.
•
Kanaalrenovatie: in het algemeen kan men stellen dat de oudere bestaande gemetselde rookgaskanalen niet geschikt zijn voor de aansluiting van een kachel of openhaard. Deze kanalen kunnen zowel lek zijn, maar vooral de slechte trek in combinatie met de lage rookgastemperatuur van hoog rendements toestellen kan tot problemen leiden. Advies zal vrijwel altijd zijn om het kanaal te renoveren. Dit kan door middel van starre roestvaststalen kanaalelementen (bij een rechte schoorsteen) of een flexibele schoorsteenvoering (bij een kanaal met bochten). Tussen de nieuwe voering en het bestaande Schoorsteenkanaal past men vermiculite isolatiekorrels toe, die ervoor zorgdragen dat de voering goed op temperatuur blijft tijdens het stoken.
•
Installatie: zorg voor een brandveilige installatie. Alle systemen dienen te worden voorzien van een brandvrije omkokering, opdat de omliggende constructie en ruimte tegen brand beschermd is.
•
Hinder naar omgeving: bij de uitmonding bovendaks dient men rekening te houden met de hinder van de rook naar de omgeving. In de norm NEN 2757 zijn eisen vastgelegd, en ook de installatievoorschriften van de leverancier geven hierover aanwijzingen.
•
Onderhoud: het reinigen en inspecteren van het afvoersysteem dient 1-2 maal per jaar plaats te vinden. Dit om eventuele schoorsteenbranden te voorkomen.
Ter voorkoming van vervuiling van het afvoersysteem, en ook van uw omgeving, dient men uitsluitend te stoken met droog en schoon hout.
Belangrijke links
Rookgasafvoerkanalen en het Bouwbesluit
Afdeling 3.8. Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Het bouwbesluit wordt continu aangepast even als de EN- en NEN- normen. Voor een actuele stand van zaken moet u altijd op de desbetreffende site kijken.
Deze informatie is ter ondersteuning, de informatie en instructies in deze handleiding zijn onder voorbehoud van druk- en spelfouten.
Er kunnen geen rechten ontleend worden aan deze informatie.
Voor alle Certificaten en DoP verklaringen (Enkelwandig en Dubbelwandig) klik hier.